Hoe het met me gaat, zo na het inleveren van m’n masterthese – dat werd me afgelopen week behoorlijk vaak gevraagd. Het antwoord liet vaak net een fractie te lang op zich wachten. Natuurlijk, het is heerlijk dat het af is. En nee, ik ben niet per direct in een diep zwart gat gestort. Dus je zou zeggen, het gaat goed. Klaar.

Toch ligt ’t iets genuanceerder dan dat. Zoals gebruikelijk. Hoe het dan echt met me gaat? Nou, goed hoor, maakt u zich geen zorgen. Maar naast opluchting en blijdschap razen er nog wel wat andere zaken langs die een licht verwarrend gevoel opleveren. Zoals? Om te beginnen ben ik, eerlijk gezegd, best trots op het eindresultaat en (dus?) nog best benauwd over het eindoordeel van m’n begeleiders. Ik voel me toch wat melancholisch omdat dit echt het eind van ‘het mastertijdperk’ betekent. Verder ben ik enorm blij dat het onderzoek afgerond is, maar tegelijkertijd zoek ik me wezenloos naar manieren om met de uitkomsten verder te kunnen. Hoe ga ik zorgen dat ik in mijn werk meer met (het ontwikkelen van goede) eTextbooks bezig kan zijn? Wat wil ik dan precies doen? Lichte verwarring bespringt me, deze dagen…

Sowieso was afgelopen week verwarrend. Ineens stortten al m’n task- en timemanagementsystemen in. Tijdelijk, hoop ik, maar ik was even alle grip op werkklussen, thuisklussen, leeslijstjes en m’n agenda kwijt. Het zal er wel bij horen, denk ik maar. Ik ga er maar van uit dat afgelopen week het ‘leeglopen van het ballonnetje was’; met een grote pfrfrfrfrfrttttt liep even alle adrenaline van de laatste weken eruit. Komende weken trekt dat wel weer bij, en na de zomer kan ik dan weer lekker aan de bak. Zorgen dat mijn aanbevelingen, op de een of andere manier, ook echt uitgevoerd gaan worden!

Tagged on: