Prezi op twee usb-sticks en drie plaatsen online? Check.

Tekst in drievoud uitgeprint en in verschillende koffers? Check.

Strak nieuw pak? Check.

Bloednerveus? Yep.

Aankomende week is het zo ver. In juni werd m’n proposal voor ALT-C geaccepteerd, en dat betekent dat ik over een paar dagen in Leeds op een wetenschappelijke conferentie over Learning Technology ga vertellen over de uitkomsten van m’n onderzoek.

Best spannend nog. Maar aan de voorbereiding zal het niet liggen. De eindpresentatie van de master vormde de basis voor m’n verhaal, ik heb m’n tekst (tegen m’n gewoonte in) helemaal uitgetikt, inclusief regieaanwijzingen als ‘klik’ en ‘langzaam’ en vorige week heb ik een test-run gedaan voor de collega’s.

Dat was gek genoeg heel spannend, vooral omdat ik het verhaal ook daar in het Engels hield. Niet dat ik nerveus ben over de kwaliteit van m’n Engels, dat zit wel goed, maar het voelde raar en onnatuurlijk om voor m’n Nederlandse teamgenoten te staan en Engels te spreken. Gelukkig nam dat onnatuurlijke gevoel na de eerste paar zinnen al af, en uiteindelijk werd het een geslaagde proefronde. Ik kon voelen waar m’n zinnen nog niet liepen, ik moet zeker in het begin nog wat langzamer praten en ik kon checken of de timing wel klopte.

Nu het echter bijna zo ver is, nemen de zenuwen toch weer toe. ‘Vergeet ik niets? Oh ja, morgen op het werk eraan denken dat ik m’n afstandbediening voor de beamer en m’n visitekaartjes meeneem. Heb ik nu echt alle papieren? Zal ik m’n Prezi nog op een derde stick zetten?’ Plankenkoorts, dus.

Gelukkig weet ik uit ervaring dat die afneemt zo gauw ik met mijn praatje begin, en dat ik dan achteraf heel blij ben dat het gelukt is. En tot die tijd doe ik nerveuzig. Het zij zo. Ik ga de spullen die mee moeten nog maar ’s controleren…

Tagged on: