De zomervakantie voelt alweer een eeuwigheid geleden, en toch is hij nu pas echt voorbij. Afgelopen donderdag was de eerste bijeenkomst van de master, en dus is nu niet alleen het werk, maar ook de studie weer begonnen.
Deze eerste keer deden we het nog rustig aan, met slechts een halve dag. Maar als ik gedacht had dat ik lekker achterover kon leunen en alleen maar naar opstartpraatjes hoefde te luisteren, had ik me toch mooi vergist. Nou dacht ik dat gelukkig al niet; ik ken ze ondertussen een beetje, op het Onderwijscentrum…
We werden meteen stevig aan het werk gezet. Tijd voor een intro over deze periode was er eigenlijk niet, want om half elf kwam Monique Volman, hoogleraar en academisch programmaleider van de master, een lezing houden over het Nieuwe Leren. Ter voorbereiding op de bijeenkomst hadden we al twee artikelen over dit onderwerp gelezen, en die spraken we met elkaar door, om vervolgens een aantal vragen voor Monique te formuleren. Na haar lezing konden we dus uitgebreid in gesprek.
De belangrijkste conclusie was wel dat ‘hét Nieuwe Leren’ helemaal niet bestaat, maar een paraplubegrip is voor allerlei soorten lesvormen en vernieuwingen die tot doel hebben leerlingen actiever en met meer betrokkenheid kennis te laten opbouwen. Het gaat dus helemaal niet om een landelijk opgelegde onderwijshervorming, hoewel uit de media een totaal ander beeld naar voren komt.
Monique Volman vertelde dat zij het Nieuwe Leren vooral ziet als een vorm van leren waarbij leerlingen niet alleen actief bezig zijn met kennis, maar dit ook op een authentieke manier doen, in situaties die aansluiten bij de beroepswereld of de belevingswereld van de leerling. Grootste probleem hierbij is dat deze manier van lesgeven behoorlijk arbeidsintensief is. Mijn vraag was dan ook hoe Monique dit ziet met het oog op lerarentekort: er kiezen steeds minder mensen voor het vak docent, en tegelijkertijd zou je er voor deze manier van leren meer in moeten zetten. Zij gaf aan dat haar grote hoop is dat, met actievere en authentieke lesvormen, het docentenvak aantrekkelijker wordt, waardoor weer meer mensen ervoor kiezen om voor de klas te gaan staan.
Natuurlijk was dit niet de enige vraag die we over het onderwerp hadden, en we hadden ook nog wel uren door kunnen praten, maar helaas was daar de tijd niet voor. Monique moest er weer vandoor, en wij moesten ook nog aan de slag met een artikel van Ad Verbrugge, de voorzitter van Beter Onderwijs Nederland, die een kruistocht voert tegen het Nieuwe Leren.
Het was vooral interessant om vanuit twee totaal verschillende invalshoeken naar het onderwerp van deze ochtend te kijken, en eerlijk gezegd was het maar goed ook dat de bijeenkomst tot de ochtend beperkt bleef, want rond half een zat m’n hoofd goed vol. Vol met interessante tegenstellingen, praktische ideeën, tips voor websites en artikelen en het besef dat de vakantie nu inderdaad écht voorbij is. We zijn begonnen!