Het was kerstvakantie, en hoog tijd om even gas terug te nemen. Dus deed ik niet veel. Mijn activiteiten beperkten zich rond de feestdagen tot wat slapen, flauwe films kijken en fijne boeken lezen, en – winterliefhebberij bij uitstek – legpuzzels maken. Een van de puzzels die ik tevoorschijn haalde, was een afbeelding van een oude wereldkaart van Hondius, opgehakt in 1500 stukjes. Niet de makkelijkste opgave, maar wel een fijne. En al puzzelend kwam het besef dat het maken van zo’n legpuzzel eigenlijk behoorlijk wat overeenkomsten heeft met het doen van een promotie-onderzoek.
Want. Als je begint heb je het idee dat het een grote onoverzichtelijke brei is, en lijkt het onwaarschijnlijk dat er ooit een mooi samenhangend plaatje uit gaat komen. Maar je weet dat alle stukjes er in principe zouden moeten zijn, en dus moet je gewoon maar ergens beginnen. Op zoek naar structuur dus, en naar alle stukjes die samen die structuur vormen. Dan blijkt dat de rand in één keer neerleggen te moeilijk is. De stukjes zijn er wel, maar ze komen nog niet bij elkaar.
Dan maar door met de grote lijnen. Welke onderdelen lijken het meest veelbelovend, waar zie je al wat vorm in en kun je misschien zelfs al twee of drie stukken met elkaar combineren? Dat geeft moed: ineens zie je een grove outline ontstaan, waardoorheen in de verte al de belofte van het resultaat schemert. Totdat je vastloopt. De outline ligt, maar hoe nu verder? Een beetje scharrelen door de doos met stukjes, af en toe iets oppakken en bekijken, proberen of je het aan kunt leggen, bedenken of je een patroon ontdekt. En ineens zie je zo’n patroon. Als je nu alle stukjes met een beetje groen probeert uit te sorteren, vormen die samen misschien wel een onderdeel van het grotere plaatje. En warempel, je kunt een stukje van de puzzel invullen.
Die aanpak herhaalt zich. Vastlopen, door de doos rommelen, patronen zoeken, inzoomen op een volgend onderdeel, en je daar op richten. Hier en daar valt nog een gat, laat het juiste stukje zich nog even niet vinden, maar door een aantal van die kleinere patronen neer te leggen en af en toe wat doelloos door de overgebleven stukjes te rommelen, kom je steeds een beetje verder. Af en toe even iets anders gaan doen helpt ook, want als je te lang naar de stukjes kijkt, lijkt er geen eind aan te komen. Maar beetje bij beetje, stukje bij stukje, wordt het een geheel. De laatste stukjes laten zich zelfs redelijk makkelijk leggen, omdat je de subtiele kleurverschillen herkent, bijna vanzelf aanvoelt wat bij wat hoort. En tot slot laten ook de stukjes van de rand zich op hun plek leggen, en kun je het geheel bijeenbrengen tot een compleet plaatje. Eigenlijk net zoals ik hoop dat het onderzoeksproces zich zal gaan ontwikkelen.
De vakantie is voorbij, Hondius is af, en qua onderzoek puzzel ik langzaam maar gestaag verder. De outline staat heel behoorlijk en langzaamaan is het eerste patroon, dat van de literature review, op een paar laatste open plekjes na wel gelegd. Dus rommel ik nu weer wat in de doos met losse stukjes. Op zoek naar een herkenningspunt van waaruit ik een volgend onderdeel kan gaan neerleggen. Zo lang ik er maar vanuit ga dat alle stukjes in principe in de doos zitten, gaat het ook met de onderzoekspuzzel helemaal goed komen. Dus laat het nieuwe jaar maar komen; het wordt een jaar waarin het puzzelen zich niet tot de kerstvakantie gaat beperken!