Het opstellen van onderzoeksplannen is één ding, maar veel leuker is het natuurlijk om echt aan de slag te gaan met het onderzoek. Na enige finetuning afgelopen week, met feedback van medestudenten en de docent, is m’n onderzoeksplan zodanig aangescherpt dat ik ermee aan de slag kan.

De eerste stap was het formuleren van de ‘items’: stellingen over wat een goede student doet, waaruit docenten de drie meest typerende mogen kiezen. En dan blijkt meteen dat een plan ook maar een plan is. Ik had namelijk in het plan bedacht die typeringen te ontlenen aan een bepaald artikel. Handig, toch, om de wijsheid van andere experts in te zetten? Maar helaas, toen ik aan het bewerken sloeg om de Engelse steekwoorden om te zetten naar mooi geformuleerde Nederlandstalige stellingen, bleek dat een en ander toch niet zo bruikbaar was. Dus nog weer  een ander artikel ernaast gelegd, gemixt, gematcht en een beetje van mezelf erbij, en voila, een lijst met typeringen was geboren.

Hoewel iets ingewikkelder dan verwacht, vond ik het een erg leuke klus, en heb ik nu vooral erg veel zin om de lijsten te gaan voorleggen aan mijn collega’s. Voordat ik dat kan gaan doen, moet ik eerst nog zorgen dat de volgorde ‘gerandomized’ wordt, zodat die geen invloed kan hebben op de uitkomsten. En dan nog een goede instructie schrijven, en dan kan ik écht aan de slag!

Tagged on: