Het spreekwoord is waar (anders was het ook geen spreekwoord geworden): gedeelde smart is echt halve smart. Het afgelopen studiejaar was op studievlak een roerig jaar. Voor mij stond het vooral in het teken van ‘de reparatie’, een aanvulling op onze pre-master die nodig was voordat de master geaccrediteerd kon worden. Deze reparatie kwam op het moment dat ik had gehoopt aan het afstudeertraject te beginnen. In plaats daarvan werden we een half jaar lang in hoog tempo door (nog meer) onderzoeksmethoden en statistiek gejaagd.
Nuttig, zeer zeker, maar zowel door het moment als door de aanpak (geen onderzoek in de eigen praktijk, maar opdrachten per keer) was mijn motivatie nogal eens ver te zoeken. Gelukkig maar dat ik nog vier geweldige medestudenten had, die het net zo pittig vonden. Alleen al onze tweewekelijkse bijeenkomsten en lunchgesprekken hielpen enorm, en zeker de laatste maand hebben we elkaar overeind gehouden.
Hoogtepunt wat dat betreft waren voor mij de twee donderdagen dat ik samen met twee medestudenten bij één van hen thuis aan het werk ben geweest. Voor een van de opdrachten moesten we in een drietal samenwerken, en na ons individueel ingelezen te hebben zijn we bij elkaar gaan zitten. Dat werkte geweldig: we konden op elkaars ideeën doorbouwen, maakten een prachtige uitwerking van de opdracht en knalden ook nog een superpresentatie in elkaar.
Gestimuleerd door deze dag, besloten we ook ter voorbereiding van de laatste individuele opdracht nog eens met z’n drieën bijeen te komen. Bij een van ons in de tuin hebben we ontzettend fijn gewerkt: slippertjes aan, zonnetje erbij, potten thee, brood met aardbeien, perenijsjes en vooral heel veel lol maakten het uitwerken van deze laatste opdracht heel wat plezieriger. Jongens, bedankt! Ik kijk hier met plezier op terug!