(bron: http://bratprincess.tumblr.com)

… maar tjongejonge, wat een geworstel brengt dat schrijven van een fatsoenlijk onderzoeksplan met zich mee. Het is bepaald niet gemakkelijk om te bedenken wat je precies wilt weten en hoe je dat gaat onderzoeken. Nou ja, in eerste instantie denk je te weten wat je wilt onderzoeken. Maar dan ga je informatie zoeken, heel veel lezen, met mensen praten. En langzaam maar zeker merk je dat het anders moet. Beter. Scherper.

Dus neem je je onderzoeksplan, zet je het op z’n kop, pas je je planning aan, je zoekt extra literatuur en je kunt weer verder. Maar nee: hetzelfde verhaal herhaalt zich nog een paar keer. Wat overblijft is opperste verwarring. Want wat wilde je nou ook alweer precies weten? Sluit dat dan nog aan bij wat je nu denkt, of is dat weer iets anders?

Om concreet te worden: in eerste instantie was ik ervan overtuigd dat ik een prototype van een app zou (laten) maken waarin docenten een digitale reader konden samenstellen. Nu we anderhalve maand verder zijn weet ik dat niet meer zo zeker. Er verschijnen elke dag zoveel apps, waarvan heel wat kunnen wat ik ook zou willen maken, er zijn zoveel bedrijven bezig met het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal – wat voegt een prototype van mij daar nog aan toe? Ik ben geen app-ontwikkelaar en wil dat ook helemaal niet worden.

Daarbij, als ik me alleen richt op de eisen en voorwaarden voor zo’n digitale reader, wordt m’n these dan niet wat magertjes? En waar is het onderwijsgedeelte eigenlijk gebleven? Wellicht wil ik toch eigenlijk uitzoeken hoe docenten digitaal lesmateriaal op een tablet zouden inzetten in hun onderwijspraktijk. Gebruiken ze het als substituut voor het papieren materiaal? Of denken ze dat ze bepaalde zaken dan toch anders zouden doen?

Vragen te over, dus. Met als belangrijkste vraag: wat wil ik precies gaan onderzoeken. En hoe? Op het moment dat ik dat uitgevogeld heb, kan ik weer verder. Hopelijk wordt het dan weer een klein beetje meer ‘easy’…

Tagged on: